Bij Esche (Veldhausen te DEU) bevindt zich een massagraf van ongeveer 600 Nederlandse soldaten uit 1674. Deze gesneuvelden horen hedentendage bij het Regiment Infanterie Oranje-Gelderland. Het is onbekend hoeveel gesneuvelden hier liggen maar het kunnen honderden zijn. Nergens ter wereld heeft men zulke oude stoffelijke resten die terug te herleiden zijn naar een moderne en bestaande eenheid. Nergens ter wereld bestaat een ouder massagraf met eenvoudige soldaten waarvan men weet bij welk regiment ze hebben behoord. Vereniging 18 juni probeert de Koninklijke Landmacht ertoe te bewegen om zich te ontfermen over deze soldaten. Tot nu toe zonder resultaat. Er is geen interesse voor dit unieke militaire erfgoed.
Het massagraf ligt nu op een uurtje van het Regiment Infanterie Oranje-Gelderland. Het voorstel was om de plek als heilige grond te laten omarmen als een Regiments-pelgrimsoord te laten omarmen waar men ook beëdigd kan worden e.d. of dat de Nederlandse tak van de Stichting Waterloo Uncovered de stoffelijke resten zou opgraven waarna deze met militaire eer in de omgeving van het huidige Regiment zouden worden herbegraven. Daarmee zou het oudste militaire ereveld ter wereld geboren zijn.
De oorlogsgravenstichting is niet geïnteresseerd in dit massagraf aangezien het buiten hun statuten valt; namelijk van vóór WO2. Buiten het feit dat dit standpunt waarschijnlijk is ingegeven uit financiële overwegingen vindt vereniging 18 juni dit een schandalige houding ten opzichte van onze gesneuvelden. Volgens de OGS is iemand die in Afghanistan (2008) is gesneuveld dus meer gesneuveld dan iemand die in Veldhausen (1674) is gesneuveld. Wij staan wel voor alle Nederlandse en geallieerde gesneuvelden ook vóór 18 juni 1815. Waar en wanneer zij ook gesneuveld moge zijn.
Carl von Rabenhaupt, De baron van Sucha was 70 jaar oud, toen hij Groningen op 28 augustus 1672 bevrijdde van de wrede bisschop Bernhard von Galen, die niet voor niets de bijnaam Bommen Berend had. Na Groningens Ontzet (dat in Groningen nog steeds gevierd wordt) ging de strijd door. In 1674 werd Von Rabenhaupt bij Veldhausen door Bernhard von Galen verslagen. Tijdens de Hollandse Oorlog had Carl von Rabenhaupt zijn hoofdkwartier in Veldhausen. De tent en de baronskroon in het wapen van die gemeente zijn hierop gebaseerd. Von Rabenhaupt en zijn troepen leden een zware nederlaag. De soldaten van de baron sneuvelden bij bosjes in het heuvelachtige terrein. Ze werden terplekke begraven, zodat de overbleven troepen zonder onnodige ballast verder konden trekken.
Zo nadrukkelijk als de overwinning van de baron in Groningen herdacht wordt, zo bescheiden is de herinnering aan de veldslag bij Veldhausen. Een steen met de tekst ’Hollandschen Karkhoff’ en een door groen mos slecht leesbaar informatiebord staan verscholen in het bos, langs een klein paadje.
De heuvel waarop de steen, het bord en een bankje staan, is eigenlijk de schans die de ’hollandsche soldaten’ hadden opgeworpen om zich tegen Bommen Berend te verdedigen. Daaronder rusten al meer dan 345 jaar de laatste resten van de gesneuvelden.
Von Rabenhaupt zelf overleefde ook deze slag. Hij gaf een jaar later de geest in Coevorden. Hij sneuvelde niet in de strijd, maar door een ernstige ziekte. De bevrijder van Groningen werd 73 jaar.